Niet Multitasken maar snel schakelen: Wat niet bestaat, kun je ook niet missen....


Richard van der Naald


Een paar dagen geleden las ik met enige opluchting dat multitasken waarschijnlijk niet bestaat*.
En dat is een prettige gedachte, want daarmee zijn we ook af van de mythe dat je vrouw of vriendin verschillende taken tegelijk kan uitvoeren en dat je puberkinderen, terwijl hun favoriete muziek veel te luid staat te schallen, tegelijkertijd kunnen studeren, twitteren, mailen, chatten en filmpjes kijken en de man in huis, de enige is die met moeite twee taken ongeveer tegelijk tot een einde kan brengen. Want het niet kunnen multitasken in deze tijd geeft een vervelend gevoel van beperkt zijn.

Volgens “bedenkers” van dit begrip, is menselijk multitasken in het afgelopen decennium vooral ontwikkeld onder jongeren die opgegroeid zijn met internet en de alom aanwezige ICT. Deze generatie: the NetGeneration** zou deze capaciteit in het bijzonder hebben ontwikkeld.
Ook zouden er genderverschillen zijn: vrouwen kunnen beter multitasken dan mannen.

Ik heb vaker bedacht,dat indien het ICT-gebruik hierin een belangrijke rol speelt, het zo zou kunnen zijn dat deze capaciteit ook in andere contexten ontwikkelbaar is. Zoals dat het geval is met een EVC, een Elders Verworven Competentie.
Want: als ICT zoveel invloed heeft op het gedrag van mensen dat het leidt tot de ontwikkeling van nieuwe, onderscheidende capaciteiten in nieuwe generaties, zou dat dan ook niet kunnen gelden voor bv. Automobiliteit ? We rijden immers al meer dan 100 jaar in steeds complexere auto’s in een steeds drukker en ingewikkelder verkeerssysteem. Zou het dan ook niet kunnen dat multitasken ook bij autogebruikers ontwikkeld wordt ? En bestaat er dan naar analogie met de NetGeneration ook zoiets als de MobilityGeneration ?
Ter illustratie: ik rijd bijna 40.000 km per jaar voor mijn werk. En dat betekent dat ik jaarlijks ongeveer 700 uur onderweg ben. Tijdens dat rijden luister ik veel naar de radio, ik bel (handsfree) met collega’s, kijk af en toe op mijn mobiel of er nieuwe mails zijn, drink een flesje water, eet een boterhammetje, enz. En soms verzend ik  tijdens het rijden een sms-je met de melding dat ik bv. 15 minuten later zal arriveren bij een afspraak. Daarbij schakel ik steeds tussen het besturen van de auto, het waarnemen van de omgeving, let ik op de snelheid (want ik weet uit ervaring dat ik geneigd ben sneller te gaan rijden, wanneer ik ook met andere taken bezig ben), ben ik alert op plotseling achter mij opdoemende politieauto’s (ik ben mij ervan bewust dat ik iets doe dat eigenlijk niet is toegestaan en dat risico’s geeft voor mij en anderen), luister ik naar de verkeersinformatie op de radio om te horen of er verderop nog steeds een file is als gevolg van een gekantelde vrachtwagen, kijk ik naar de verwachte aankomsttijd op mijn tom-tom, om de speling in te schatten met het tijdstip waarop de afspraak is gepland, maak ik een sms-berichtje op mijn mobieltje en verzend dit, enz.
Is dit multitasken, of niet ? 

Ik denk van niet, want wat ik doe, is het beurtelings concentreren op verschillende taken. En in die zin is dit het managen van mijn aandacht, waardoor het lijkt of ik dingen gelijktijdig doe. Maar mijn aandacht is steeds in korte sequenties gericht op de verschillende taken die ik uitvoer in kleine stapjes. Bovendien bestaat een deel van deze taken uit routines (denk aan het spiegelgebruik in de auto)
Experimenteel onderzoek* naar Multitasking wijst er op dat dit niet bestaat. Ook wordt bevestigd dat mensen in staat zijn om verschillende taken schijnbaar gelijktijdig uit te voeren, door snel te schakelen tussen taken en hun aandacht dus slim te managen.
En misschien zijn vrouwen en jongeren daar wel handiger in dan mannen van voor de NetGeneration. Of maken ze er gewoon meer gebruik van.
Het is een geruststellende gedachte dat  je iets niet kunt dat niet bestaat……


* Gronings promotieonderzoek uit 2009 van de Italiaanse Psycholoog Paolo Toffanin (titel van zijn proefschrift: ‘Brain economics: Housekeeping routines in the brain’)

** Don Tapscott 1999, Growing Up Digital: The Rise of the Net Generation